Zangdienst was een succes



ZANGDIENST 27 januari 2012
- 19.00 uur in de Hoeksteen te Valthermond. Georganiseerd door de Mariagroep

Organist: de heer H. Boerman uit Valthe.
Woord van welkom door Hilly
Collecte na afloop van de dienst bij de uitgang ter bestrijding van de onkosten en gaat naar een goed doel, nl. de voedselbank.

Hilly: Gebed uit 'Ga met mij' van Gerdi Stoll
Vader, wanneer mijn hart jubelt,
wil ik mijn vreugde bij U brengen.
Dan wil ik U danken en loven.
Dan weet ik, dat U zich met mij verheugt.
Dank U, dat U zoveel in mijn leven goed laat gaan.
Dank U voor de gaven en talenten
die U mij hebt gegeven
Dank U voor alle goede woorden,
voor elk prijzend woord, dat me moed geeft om verder te gaan.
Dank u voor de mensen
die mij uw liefde laten merken.
Dank U voor de vele kleine parels van uw goedheid,
die mijn even tot een prachtig sieraad
van uw barmhartigheid laten worden.
Als de vreugde van deze dag
slechts een klein voorproefje is van de vreugde,
die er eens in de hemel voor uw troon zal zijn
dan krijg ik er een klein vermoeden van wat dan pas echt op mij wacht.
Zo wordt mijn vreugde tot voorvreugde
en gaat mijn of samen met een geweldige verwachting van U.
Amen

Thema van de volgende 4 liederen hebben hun oorsprong in de psalmen.
Psalm 146: 1,2,3  -  Oude berijming  -
1.Prijs den HEER' met blijde galmen;
Gij, mijn ziel, hebt rijke stof;
'k Zal, zo lang ik leef, mijn psalmen
Vrolijk wijden aan Zijn lof:
'k Zal, zo lang ik 't licht geniet,
Hem verhogen in mijn lied.
2.Vest op prinsen geen betrouwen,
Waar men nimmer heil bij vindt;
Zoudt g' uw hoop op mensen bouwen?
Als Gods hand hun geest ontbindt,
Keren zij tot d' aarde weer,
Storten met hun aanslag neer.
3.Zalig hij, die in dit leven,
Jakobs God ter hulpe heeft;
Hij, die door den nood gedreven,
Zich tot Hem om troost begeeft;
Die zijn hoop, in 't hach'lijkst lot,
Vestigt op den HEER', zijn God.

Gez. 20: 1,2,4  Laat ons nu vrolijk zingen. (Ps. 146)
1. Laat ons nu vrolijk zingen!
Komt, heft uw lied'ren aan
voor Hem, wie alle dingen
altijd ten dienste staan.
Ik wil de Heer daarboven
lofprijzen hier op aard,
ja, Hem van harte loven,
die veilig mij bewaart.
2. Hoe goed is 't hun die bouwen
op Isrels vaste rots,
hun die zich toevertrouwen
de trouwe handen Gods.
Zij hebben 't heil verkregen,
de allerschoonste schat;
God leidt hen op zijn wegen,
hun voet wordt moe noch mat.
4.Hij is de Heer, de trouwe,
die niemand onrecht doet.
Wie maar aan Hem zich houden,
die geeft Hij alle goed.
Moet iemand onrecht lijden,
de Heer staat aan zijn kant.
Hij doet te allen tijde
aan elk zijn woord gestand.

Gez. 14: 1,2  De Heer is mijn herder. (Ps. 23)
1.De Heer is mijn Herder!
'k Heb al wat mij lust;
Hij zal mij geleiden
naar grazige weiden.
Hij voert mij al zachtkens
aan waat'ren der rust.
2.De Heer is mijn Herder!
Hij waakt voor mijn ziel,
Hij brengt mij op wegen
van goedheid en zegen,
Hij schraagt me als ik wankel,
Hij draagt me als ik viel.

EB. 331: 1  (3x)   Prijs de Heer, mijn ziel (Ps. 103)
Prijs de Heer, mijn ziel,
en prijs zijn heil'ge Naam.
Prijs de Heer, mijn ziel;
die mij het leven geeft.

Gedicht door Gea: "Overal kom ik u tegen"  geschreven door Joke Forceville-van Rossum, uit de gedachten en gebeden bundel van Alfons Höfer.

Overal kom ik u tegen,
Geest van God, warmte van de vader, inspiratie van de Zoon:
als mensen met mij willen samenwerken,
wanneer iemand mij in mijn eenzaamheid bezoekt,
op het moment dat een ander naar mij luistert.
Overal kom ik u tegen:
In de kerk waar ik u zoek, op mijn werk, ook als ik u daar niet verwacht,
op een feest waar ik u helemaal niet aanwezig vermoed.
Overal kom ik u tegen
onder de mensen in de stad, bij de vogels op het strand,
in de kamer van een zieke, in het contact met mijn kinderen, mijn vrienden en familie.
Overal kom ik  tegen:
op dagen dat het leven één weelde lijkt,
in momenten van diepe droefheid,
op ogenblikken dat ik me van iedereen verlaten voel.
Overal kom ik u tegen:
uw gelaat wordt weerspiegeld in het gezicht van de mensen.

Thema van de volgende liederen: Leven als gemeente van Jezus Christus, vertrouwen,  en deel zijn van het koninkrijk van God.

Gez. 262: 1,3    Op, waakt op, zo klinkt het luide.
1.Op, waakt op! zo klinkt het luide.
Wat wil dit roepen toch beduiden,
gij torenwachters van de tijd?
Middernacht is aangebroken,
zijn uwe lampen wel ontstoken,
gij maagden, die de Heer verbeidt?
Gij slapenden, ontwaakt, de Bruidegom genaakt!
Halleluja, nu opgestaan!
Het feest breekt aan; gij moet Hem ijlings tegengaan.
3.Laat ons U ter ere zingen
met allen, die uw troon omringen,
een koor van mens' en englenstem!
Paarlen zijn der poorten bogen,
die nederdalen uit den hogen:
het hemelse Jeruzalem.
Geen oog heeft ooit begroet,
geen hart heeft ooit vermoed zulk een vreugde.
Zo juichen wij en roemen blij de glorie van uw heerschappij!

EB. 212: 1,2    Heer wat een voorrecht
1. Heer, wat een voorrecht om in liefde te gaan,
schouder aan schouder in uw wijngaard te staan;
samen te dienen, te zien wie U bent,
want uw woord maakt uw wegen bekend.
Refrein: Samen op weg gaan, dat is ons gebed,
als een volk, dat juist daarvoor door U apart is gezet.
Vol van uw liefde, genade en kracht,
als een lamp die nog schijnt in de nacht.
2. Samen te strijden in woord en in werk.
Eén zijn in U, dat alleen maakt ons sterk,
delen in vreugde, in zorgen, in pijn,
als uw kerk, die waarachtig wil zijn.
Refrein

EB. 299: 1,2,3  Welke vriend is onze Jezus (Johannes de Heer 150)
1.Welk een vriend is onze Jezus,
die in onze plaats wil staan!
Welk een voorrecht, dat ik
door Hem altijd vrij tot God mag gaan.
Dikwijls derven wij veel vrede,
dikwijls drukt ons zonde neer,
juist omdat wij 't al niet brengen
in 't gebed tot onze Heer.
2. Leidt de weg soms door verzoeking,
dat ons hart in 't strijduur beeft,
gaan wij dan met al ons strijden,
tot Hem die verlossing geeft.
Kan een vriend ooit trouwer wezen
dan Hij, die ons lijden draagt?
Jezus biedt ons aan genezing;
Hij alleen is 't, die ons schraagt.
3. Zijn wij zwak, belast, beladen
en terneer gedrukt door zorg,
dierb're Heiland, onze toevlucht
Gij zijt onze Hulp en Borg.
Als soms vrienden ons verlaten,
gaan wij biddend tot de Heer;
In zijn armen zijn wij veilig,
Hij verlaat ons nimmermeer.

EB. 188  Stel mijn vertrouwen op de heer mijn God. (3x en zingen als canon)
'k Stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God.
Want in zijn hand ligt heel mijn levenslot.
Hem heb ik lief, zijn vrede woont om mij.
'k Zie naar Hem op en weet: Hij is mij steeds nabij.

Janny: Verhaaltje

Thema van de volgende liederen: De toekomst ( wederkomst ) van de heer, het koninkrijk van God.
EB. 413: 1,2,4   Lichtstad met uw paarlen poorten
1. Lichtstad met uw paarlen poorten,
wond're stad, zo hoog gebouwd,
nimmer heeft men op de deze aarde
ooit uw heerlijkheid aanschouwd.
Refrein: Daar zal ik mijn Heer ontmoeten,
luist'ren naar zijn liefdesstem,
daar geen rouw meer en geen tranen
In het nieuw Jeruzalem.
2. Heilig oord vol licht en glorie,
waar de boom des levens bloeit
en de stroom van levend water
door de gouden Godsstad vloeit.
Refrein
4. Wat een vreugde zal dat wezen,
straks vereend te zijn met Hem
in de stad met paarlen poorten
in het nieuw Jeruzalem.
Refrein

Gez. 300; 1,5,6  Eens als de bazuin en klinken
1.Eens,als de bazuinen klinken,
uit de hoogte, links en rechts,
duizend stemmen ons omringen,
ja en amen wordt gezegd,
rest erniets meer dan te zingen,
Heer, dan is uw pleit beslecht.
5.Mensen, komt uw lot te boven,
wacht na dit een ander uur,
gij moet op het wonder hopen
dat gij oplaait als een vuur,
want de Geest zal ons bestoken,
nieuw wordt alle creatuur.
6.Van die dag kan niemand weten,
maar het woord drijft aan tot spoed,
zouden wij niet haastig eten,
gaandeweg Hem tegemoet,
Jezus Christus, gist'ren, heden,
komt voor eens en komt voor goed

Wilma: Gedicht

Thema: 3 nieuwe liederen. Het eerste van Huub Oosterhuis en daarna twee liederen uit Taizé welke we allebei 3x zingen.

Lied aan het licht.   (Oosterhuis en Oomen)
1.Licht dat ons aanstoot in de morgen
voortijdig licht waarin wij staan.
Koud, één voor één en ongeborgen
licht overdek mij, vuur mij aan.
Dat ik niet uitval, dat wij allen
zo zwaar en droevig als wij zijn
niet uit elkaars genade vallen
en doelloos en onvindbaar zijn.
2.Licht van mijn stad de stedehouder
aanhoudend licht dat overwint.
Vaderlijk licht, steevaste schouder,
draag mij, ik ben jouw kijkend kind.
Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen
of ergens al de wereld daagt
waar mensen waardig leven mogen
en elk zijn naam in vrede draagt.
3.Alles zal zwichten en verwaaien
wat op het licht niet is geijkt.
Taal zal alleen verwoesting zaaien
en van ons doen geen daad beklijft.
Veelstemmig licht, om aan te horen
zolang ons hart nog slagen geeft.
Liefste der mensen, eerstgeboren,
Licht, laatste woord van Hem die leeft.

EB. 31 (3x)    Laudate omnes gentes (Ps. 117)
Looft de Heer alle volken
Laudate omnes gentes, laudate Dominum.
Laudate omnes gentes, laudate Dominum.

EB 171 (3x)   Als alles duister is
Als alles duister is,
ontsteek dan het lichtend vuur
dat nooit meer dooft,
vuur dat nooit meer dooft.
Als alles duister is,
ontsteek dan het lichtend vuur
dat nooit meer dooft,
vuur dat noooit meer dooft.

Voordracht door Gea, Tekst Psalm 84                                           

Halleluja, halleluja (koor/gemeente)
Halleluja, halleluja

EB. 223; 1,2,4  Ga niet alleen door 't leven
1.Ga niet alleen door 't leven,
die last is u te zwaar.
Laat Eén u sterkte geven,
ga tot uw Middelaar!
Daar is zoveel te klagen,
daar is zoveel geween.
en zoveel leed te dragen,
Ga niet alleen.
En zoveel leed te dragen.
Ga niet alleen.
2.Ga niet alleen; uw Koning
wil komen in uw hart.
Ach, geef het Hem ter woning,
hoe stilt Hij dan uw smart!
Wie kan er tranen drogen,
als Jezus? Immers geen!
Richt dan de treurende ogen,
naar Jezus heen!
Richt dan de treurende ogen,
naar Jezus heen!
4. Welzalig, die 't ervaren,
dat Hij hun alles is dan kennen
z' in gevaren, bezorgdheid noch gemis.
Hij draagt dan in zijn armen,
door alle nood hen heen.
Wie steunt op zijn ontfermen
is nooit alleen!
Wie steunt op zijn ontfermen
is nooit alleen!

Gez. 78: 1,2  Laat me in u blijven groeien, bloeien
1.Laat menig U blijven, groeien, bloeien,
o Heiland die de wijnstok zijt!
Uw kracht moet in mij overvloeien,
of 'k ben een wis verderf gewijd.
Doorstroom, beziel en zegen mij,
opdat ik waarlijk vruchtbaar zij!
2.Ik kan mijzelf geen wasdom geven:
niets kan ik zonder U, o Heer!
In uw gemeenschap kiemt er leven
en levensvolheid meer en meer!
Uw Geest moet in mij uitgestort:
de rank die U ontvalt, verdort.

Gez. 293 1,2,4   Wat de toekomst brengen moge (op de melodie van de roos)
1 Wat de toekomst brengen moge,
mij geleidt des Heren hand;
moedig sla ik dus de ogen
naar het onbekende land.
Leer mij volgen zonder vragen;
Vader, wat Gij doet is goed!
Leer mij slechts het heden dragen
met een rustig, kalme moed!
2 Heer, ik wil uw liefde loven,
al begrijpt mijn ziel U niet.
Zalig hij, die durft geloven,
ook wanneer het oog niet ziet.
Schijnen mij uw wegen duister,
zie, ik vraag U niet: waarom?
Eenmaal zie ik al uw luister,
als ik in uw hemel kom!
4 Waar de weg mij brengen moge,
aan des Vaders trouwe hand,
loop ik met gesloten ogen
naar het onbekende land.

Hilda: gebed: 'En zegen mij' uit: 'Ga met mij', gebeden voor elke dag van Gerdi Stoll
Onze God, de Machtige.
Oorsprong en Voleinder van alle dingen,
zegene u, geve u groeien wasdom,
het uitkomen van uw hoop, vrucht op al uw inspanningen.
en behoede u voor al het kwade.
Hij zij voor u een bescherming in gevaar en een schuilplaats in angst.
Onze God doe zijn aangezicht over u lichten
zoals de zon boven de aarde warmte geeft aan de verkleumden
en vreugde aan alles wat leeft.
Hij zij u genadig, wanneer u gevangen bent in schuld,
Hij make u los van al het verkeerde en make u vrij.
Onze God verheffe zijn aangezicht over u,
Hij aanschouwe uw leed en hore uw stem.
Hij geneze en trooste u, en geve u vrede, welzijn van lichaam en ziel, liefde en geluk.
Amen
Zo wil God het. Die van eeuwigheid tot eeuwigheid blijft.
Zo is het voor u vastgelegd naar zijn wil.

Dankwoord
Collecte bij de uitgang

Bij het verlaten van de kerk: EB. 270 1,2  Ga nu heen in vrede
1.Ga nu heen in vrede,
ga en maak het waar.
Wat wij hier beleden
samen met elkaar.
Aan uw daag'lijks leven,
uw gezin, uw werk.
Wilt u daaraan geven,
daar bent u Gods kerk.
Ga nu heen in vrede,
ga en maak het waar.
2.Ga nu heen in vrede,
ga en maak het waar,
wat wij hier beleden
samen met elkaar.
Neem van hieruit vrede,
vrede mee naar huis,
dan is vanaf heden
Christus bij u thuis.
Ga nu heen in vrede,
ga en maak het waar.

Bedankt voor uw aandacht.

Fijne avond.